|
|
|
Selecteer de taal voor de berichten op het display van het bedieningspaneel en voor de printerrapporten.
|
|
|
|
|
Selecteer het formaat voor het afdrukken van interne rapporten of voor afdruktaken waarvoor geen formaat is gespecificeerd.
|
|
|
|
Er wordt een lijst met beschikbare materiaalsoorten weergegeven.
|
|
Selecteer de materiaalsoort voor het afdrukken van interne rapporten of voor afdruktaken waarvoor geen soort is gespecificeerd.
|
|
|
|
|
Selecteer het standaardformaat en de standaardsoort voor lade 1 in de lijst van beschikbare formaten en soorten.
|
|
|
|
|
Selecteer het standaardformaat en de standaardsoort voor lade 2 in de lijst van beschikbare formaten en soorten.
|
|
|
|
|
Selecteer hoe u wilt dat de printer reageert als voor een afdruktaak een formaat of soort afdrukmateriaal is vereist dat niet beschikbaar is of als de gespecificeerde lade leeg is.
|
Selecteer Eeuwig wachten om de printer te laten wachten tot u het juiste afdrukmateriaal plaatst en druk op OK. Dit is de standaardinstelling.
|
Selecteer Negeren om af te drukken op een ander formaat of een andere soort na een ingestelde vertraging.
|
Selecteer Annuleren om de afdruktaak automatisch te annuleren na een ingestelde vertraging.
|
Als u Negeren of Annuleren selecteert, wordt u gevraagd op het bedieningspaneel het aantal seconden voor de vertraging in te stellen. Druk op > om de tijdsduur te verlengen, tot maximaal 3600 seconden. Druk op < om de tijdsduur te verkorten.
|
|
|
|
|
Na inschakelen: Selecteer hoe lang na het inschakelen de printer moet worden gekalibreerd. De standaardinstelling is 15 minuten.
|
Kalibreer nu: Hiermee voert de printer onmiddellijk een kalibratie uit. Als de printer met een taak bezig is, vindt de kalibratie plaats nadat de taak is voltooid. Als er een foutbericht op het display staat, moet dit eerst worden gewist.
|
|
|
|
|
Selecteer Stop om te stoppen met afdrukken tot de lege cartridge is vervangen.
|
Selecteer Doorgaan zwart om toekomstige taken in kleur monochroom (zwart-wit) af te laten drukken tot de lege cartridge is vervangen.
|
|
|
|
|
Negeren op: Als de printer vaststelt dat een printcartridge leeg is, kunt u doorgaan met afdrukken tot u een afname in de afdrukkwaliteit waarneemt.
|
Stop bij op: Als de printer vaststelt dat een printcartridge leeg is, dient u de cartridge te vervangen alvorens u verder kunt gaan met afdrukken. Dit is de standaardinstelling.
|
|
|
|
|
Met de percentagedrempel wordt bepaald wanneer de printer gaat rapporteren dat het tonerniveau laag is. Het bericht wordt weergegeven op het display van het bedieningspaneel of het tonerlampje gaat branden als dit aanwezig is. De standaardinstelling is 10%.
|
|
|
|
|
Selecteer Kleur inschak. om de taak in monochroom (zwart-wit) of kleur te laten afdrukken, afhankelijk van de specificaties van de taak.
|
Selecteer Kleur uitsch. om afdrukken in kleur uit te schakelen. Alle taken worden monochroom (zwart-wit) afgedrukt.
|
|
|
|
|
Hiermee selecteert u een versie van het lettertype Courier. De standaardinstelling is Standaard.
|
|
|
|
|
Selecteer het contrastniveau voor het display. De standaardinstelling is Gemiddeld.
|
|