Ondersteunde netwerkprotocollen
De printer ondersteunt het TCP/IP-netwerkprotocol. Dit is het meest gebruikte en geaccepteerde netwerkprotocol. Veel netwerkservices gebruiken dit protocol. Raadpleeg TCP/IP voor meer informatie. De volgende tabel geeft een overzicht van de ondersteunde netwerkservices en -protocollen.
Afdrukken
|
|
|
|
Line Printer Daemon (LPD)
|
|
|
Netwerkapparaten opsporen
|
|
SLP (Service Location Protocol)
|
|
Protocol voor het opsporen van apparaten, dat wordt gebruikt om netwerkapparaten te zoeken en configureren. Dit protocol wordt voornamelijk gebruikt door programma’s voor Microsoft.
|
|
|
Protocol voor het opsporen van apparaten, dat wordt gebruikt om netwerkapparaten te zoeken en configureren. Dit protocol wordt voornamelijk gebruikt door programma’s voor Apple Macintosh.
|
|
Berichten en beheer
|
|
HTTP (Hyper Text Transfer Protocol)
|
|
Hiermee kunnen webbrowsers communiceren met de geïntegreerde webserver.
|
|
EWS (Embedded Web Server)
|
|
Hiermee kan een gebruiker het apparaat beheren via een webbrowser.
|
|
SNMP (Simple Network Management Protocol)
|
|
Wordt door netwerktoepassingen gebruikt voor het beheer van apparaten. SNMP v1 en standaardobjecten voor MIB-II (Management Information Base) worden ondersteund.
|
|
IP-adressen
|
|
DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)
|
|
Voor de automatische toewijzing van IP-adressen. De DHCP-server verschaft de printer een IP-adres. Meestal is geen actie van de gebruiker nodig om de DHCP-server een IP-adres toe te laten wijzen aan de printer.
|
|
BOOTP (Bootstrap-protocol)
|
|
Voor de automatische toewijzing van IP-adressen. De BOOTP-server verschaft de printer een IP-adres. De beheerder moet het MAC-hardwareadres van een apparaat invoeren op de BOOTP-server om ervoor te zorgen dat de printer een IP-adres krijgt van die server.
|
|
|
Voor de automatische toewijzing van IP-adressen. Als er noch een DHCP-server noch een BOOTP-server aanwezig is, gebruikt de printer deze service om een uniek IP-adres te genereren.
|
|
HP color laserjet 2700 Ondersteunde netwerkprotocollen