Handmatige kleuropties
Met de handmatige kleuraanpassing kunt u de opties Kleur (of Kleurafstemming) en Halftoon apart veranderen voor tekst, illustraties en foto’s.
| Opmerking
|
In programma’s die tekst en illustraties omzetten in rasterafbeeldingen hebben de instellingen van Foto’s ook invloed op tekst en illustraties.
|
Handmatige kleuropties
|
|
Opties voor Halftoon beïnvloeden de resolutie en de helderheid van de kleurafdruk.
|
|
●
|
De optie Gelijkmatig geeft betere resultaten voor grote, effen oppervlakken en verbetert foto’s door kleurnuances geleidelijk in elkaar te laten overgaan. Kies deze optie als het gelijkmatig vullen van gekleurde vlakken het belangrijkst is.
|
●
|
De optie Detail is nuttig voor tekst en afbeeldingen die scherpe scheidingen tussen lijnen en kleuren vereisen, zoals afbeeldingen met een patroon of veel details. Kies deze optie als scherpe randen en details het belangrijkst zijn.
|
|
De instelling Neutrale grijstinten bepaalt de methode die wordt gebruikt voor het creëren van grijze kleuren die in tekst, illustraties en foto’s worden gebruikt.
|
|
●
|
Alleen zwart levert neutrale kleuren (grijstinten en zwart) met behulp van uitsluitend zwarte toner. Op deze manier worden neutrale kleuren verzekerd.
|
●
|
4 kleuren levert neutrale kleuren (grijs en zwart) door alle vier tonerkleuren te combineren. Deze methode levert beter in elkaar overlopende kleuren en kleurovergangen naar niet-neutrale kleuren en biedt bovendien het donkerste zwart.
|
|
Met de instelling Scherpteregeling wordt bepaald hoe randen worden weergegeven. De randinstelling bestaat uit twee componenten: aangepaste halftonen en ‘trapping’. Aangepaste halftonen bieden scherpere randen. Trapping vermindert het effect van onjuist geplaatste kleuren door de randen van het naastgelegen onderwerp enigszins te overlappen.
|
|
●
|
Maximaal is de hoogste instelling voor trapping. Aangepaste halftonen worden geactiveerd.
|
●
|
Normaal is de standaardinstelling voor trapping. Trapping wordt ingesteld op gemiddeld en aangepaste halftonen worden ingeschakeld.
|
●
|
Licht stelt trapping in op het laagste niveau, waarbij aangepaste halftonen ingeschakeld worden.
|
●
|
Uit dient voor het uitschakelen van zowel trapping als aangepaste halftonen.
|
|
|
|
●
|
Standaard (sRGB) zorgt ervoor dat RGB-kleur als sRGB wordt geïnterpreteerd. sRGB is de geaccepteerde standaard van Microsoft en het World Wide Web (http://www.w3.org).
|
●
|
Levendig zorgt ervoor dat de printer de kleurverzadiging in de middentonen verhoogt. Objecten met vale kleuren worden met vollere kleuren afgedrukt. Deze instelling wordt aanbevolen voor het afdrukken van zakelijke afbeeldingen.
|
●
|
Apparaat laat de printer weten dat RGB-gegevens in de apparaatmodus ‘raw’ moeten worden afgedrukt. Om foto’s correct weer te geven als deze optie is geselecteerd, dient u de kleuren te beheren in het programma waarin u werkt of in het besturingssysteem.
|
●
|
AdobeRGB (1998) is voor documenten die de AdobeRGB-kleurruimte gebruiken in plaats van sRGB. Sommige digitale camera’s leggen bijvoorbeeld afbeeldingen vast in AdobeRGB, en documenten die worden geproduceerd met Adobe PhotoShop gebruiken de AdobeRGB-kleurruimte. Als u afdrukt vanuit een professioneel programma dat AdobeRGB gebruikt, is het van belang dat u de mogelijkheid voor het regelen van kleuren in het softwareprogramma uitschakelt en de printer de kleurruimte laat beheren.
|
●
|
Photo Image interpreteert RGB-kleur als ware de afbeelding afgedrukt door een digitaal minilab. Hierdoor worden diepe, volle kleuren anders weergegeven dan in de standaardmodus. Gebruik deze instelling voor het afdrukken van foto’s.
|
|
|
HP color laserjet 2700 Handmatige kleuropties