Hierop worden de menu’s en beschikbare instellingen van het bedieningspaneel weergegeven.
|
|
1.
|
Druk op OK.
|
2.
|
Druk op > om Rapporten te markeren en druk vervolgens op OK.
|
3.
|
Als Menustructuur niet is gemarkeerd, drukt u op < of > totdat deze optie wel is gemarkeerd. Vervolgens drukt u op OK.
|
|
Hierop worden de instellingen van de printer en de geïnstalleerde accessoires weergegeven.
|
|
1.
|
Druk op OK.
|
2.
|
Druk op > om Rapporten te markeren en druk vervolgens op OK.
|
3.
|
Druk op > om Config-rapport te markeren en druk vervolgens op OK.
|
|
Hierop wordt het niveau van de toner in de printcartridges weergegeven.
|
|
1.
|
Druk op OK.
|
2.
|
Druk op > om Rapporten te markeren en druk vervolgens op OK.
|
3.
|
Druk op > om Accessoirestatus te markeren en druk vervolgens op OK.
|
| Opmerking
|
Als u niet-originele benodigdheden gebruikt, wordt de resterende levensduur van deze benodigdheden wellicht niet op de statuspagina voor benodigdheden aangegeven. Raadpleeg Niet-HP printcartridges voor meer informatie.
|
|
Hierop wordt een kleurenpagina weergegeven waarmee u de afdrukkwaliteit kunt controleren.
|
|
1.
|
Druk op OK.
|
2.
|
Druk op > om Rapporten te markeren en druk vervolgens op OK.
|
3.
|
Druk op > om Demopagina te markeren en druk vervolgens op OK.
|
|
Netwerkpagina (alleen voor de HP Color LaserJet 2700n-printer)
|
Hierop worden de netwerkinstellingen van de printer weergegeven.
|
|
1.
|
Druk op OK.
|
2.
|
Druk op > om Rapporten te markeren en druk vervolgens op OK.
|
3.
|
Druk op > om Netwerkrapport te markeren en druk vervolgens op OK.
|
|
Vermeldt PCL-pagina’s, PCL 6-pagina’s, PS-pagina’s, pagina’s die waren vastgelopen of fout ingevoerd in de printer en pagina’s in monochroom (zwart-wit) of kleur. Daarnaast wordt ook het aantal pagina’s gerapporteerd.
|
|
1.
|
Druk op OK.
|
2.
|
Druk op > om Rapporten te markeren en druk vervolgens op OK.
|
3.
|
Druk op > om Gebruikspagina te markeren en druk vervolgens op OK.
|
|
Hierop wordt informatie over kleurgebruik voor de printer weergegeven.
|
|
1.
|
Druk op OK.
|
2.
|
Druk op > om Rapporten te markeren en druk vervolgens op OK.
|
3.
|
Druk op > om Log kleurgebruik te markeren en druk vervolgens op OK.
|
|
Hierop worden de op dit moment op de printer geïnstalleerde PCL-lettertypen weergegeven.
|
|
1.
|
Druk op OK.
|
2.
|
Druk op > om Rapporten te markeren en druk vervolgens op OK.
|
3.
|
Druk op > om PCL-lettertypen te markeren en druk vervolgens op OK.
|
|
Hierop worden de op dit moment op de printer geïnstalleerde PS-lettertypen weergegeven.
|
|
1.
|
Druk op OK.
|
2.
|
Druk op > om Rapporten te markeren en druk vervolgens op OK.
|
3.
|
Druk op > om PS-lettertypen te markeren en druk vervolgens op OK.
|
| Opmerking
|
U kunt in de lettertypelijsten ook zien welke lettertypen zijn opgeslagen op een optionele flash-DIMM.
|
|
Hierop worden de op dit moment op de printer geïnstalleerde PCL6-lettertypen weergegeven.
|
|
1.
|
Druk op OK.
|
2.
|
Druk op > om Rapporten te markeren en druk vervolgens op OK.
|
3.
|
Druk op > om PCL6-lettertypen te markeren en druk vervolgens op OK.
|
|
|
1.
|
Druk op OK.
|
2.
|
Druk op > om Rapporten te markeren en druk vervolgens op OK.
|
3.
|
Druk op > om Servicepagina te markeren en druk vervolgens op OK.
|
|